woensdag 16 februari 2011

721/1943 (7 januari 2010)

In de ring danste hij, zoals decennia na hem Mohamed Ali dat deed. Johann Trollmann, bijgenaamd “Rukelie”.


De, op 27 december 1907 in Wilsche geboren Trollmann begon zijn carrière midden jaren ’20. Hij was een talent en zijn ster rees. Zoals gezegd, hij danste, en won, en won. Aan het eind van de jaren ’20 was hij al een van de populairste boksers in Duitsland. Vooral bij het vrouwelijke gedeelte van het publiek, waarvoor hij zelfs tijd had om tijdens de wedstijden mee te flirten vanuit de ring.
Rukelie danste, en won, en op 9 juni 1933 stond hij in Berlijn tegenover Adolf Witt om uit te maken wie zich vanaf dat moment Duits kampioen middengewicht zou mogen noemen. De reden voor het titelgevecht was een schande: aan Eric Seeling, de kampioen van dat moment, was namelijk de titel ontnomen omdat hij jood was. En joden mochten sinds de nazi’s aan de macht waren niet meer boksen.

Ariër Adolf Witt was de gedoodvergde winnaar, maar het liep anders. Als een wesp cirkelde Trollmann om hem heen en keer op keer brak hij met vinnige stoten door de veerdediging van zijn tegenstander heen. “Rukelie” danste, en beukte Witt in een medogenloos ballet suf. Het wachten was slechts op de genadeslag. Die kwam onverwachts, maar niet vanuit de ring. De aanwezige hoogwaardigheidsbekleders wilden geen zigeuner (want Johann Trollmann was van sinti-afkomst) als kampioen en lieten de jury het gevecht voortijdig met een “no decision” eindigen voordat Witt definitief tegen het canvas zou gaan. Het publiek reageerde woedend en de jury dreigde gelyncht te worden. Daarop werd alsnog besloten “Rukelie” als winnaar uit te roepen.
Een week later verklaarde de Duitse boksbond de titel echter ongeldig omdat Trollmann zijn tranen de vrije loop had gelaten van blijdschap, en dat was volgens de gezaghebbers een bokser onwaardig. “Rukelie” kreeg een nieuwe kans, maar het gevecht op 21 juli tegen Gustav Eder (een soort van blonde hulk) was dusdanig geregiseerd dat de winnaar van tevoren bekend was. De zigeuner mocht namelijk niet dansen, mocht het midden van de ring niet verlaten, want anders zou hij zijn boks-licensie verliezen. Ook “Rukelie” kende dus de uitkomst voordat zijn tweede titelgevecht begon. Het zou logisch zijn geweest verstek te laten gaan, maar hij was present. En hoe. Trollmann had zijn zwarte krullen goudblond laten verven en hij had zijn huid met meel “blank” gemaakt, een karikatuur van de ariër, waarmee hij zijn minachting voor de rassenwetten van de nazi’s duidelijk maakte. Hij behield zijn licensie, danste niet, en bleef als een rots in het midden van de ring staan. Vijf ronden lang bleef hij overeind onder de regen van stoten van Eder. Pas daarna ging hij knock-out, en het blonde ras had gezegevierd.

“Rukelie” heeft nooit meer een eerlijke kans gekregen om zich te verdedigen. Zoals elke zigeuner in die tijd werd hij gediscrimineerd, vervolgd. Hij wist slechts aan het concentratiekamp te ontkomen door zich te laten steriliseren. Zigeuners die zich konden voortplanten waren immers een bedreiging voor de natie, en werden net als de joden uitgeroeid.
In 1939 werd Trollmann gedwongen tot de Wehrmacht toe te treden en men stuurde hem naar het oostfront, waarvan hij in 1941 gewond terugkeerde. Een jaar later, in juni 1942, werd hij door de gestapo gearresteerd.


Concentratiekamp Neuengamme, bij Hamburg. Het is 9 februari 1943. Een gevangene wordt door een groep bewakers afgeranseld. Het doet er niet toe dat zijn lichaam door de honger en de ellende gereduceerd is tot iets meer dan een geraamte. Hij heeft die dag een dubbel rantsoen gekregen om langer overeind te kunnen blijven onder het gebeuk van zijn martelaars. En een paar bokshandschoenen. ,,Verdedig je maar, zigeuner’’, schreeuwen ze terwijl ze onophoudelijk op hem inbeuken. Uiteindelijk gaat hij tegen de vlakte. Een kogel maakt een einde aan het “leven” van het uitgebluste lichaam in de modder. Op een van de armen, iets boven de rand van een van de bokshandschoenen is het nummer 721/1943 te lezen. Het is het nummer waarmee Johann Trollmann als een van de ongeveer 106.000 gevangenen van Neuengamme geregistreerd staat.


Van die 106.000 komen er 55.000 nooit meer terug. Onder hen onder ander Rein Boonsma, die drie maanden na Trollmann het leven liet. Boonsma voetbalde ooit voor Sparta en maakte deel uit van het Nederlands elftal dat op 30 april 1905 de eerste interland tegen België speelde. Tijdens de oorlog zat hij in het verzet, en hij belandde in Neuengamme nadat hij verraden was.

 




Het verhaal van Johann “Rukelie” Trollmann is lang onverteld en ongeschreven gebleven. Pas in 2003 werd hem zijn titel alsnog postuum toegekend.
Het Duitse kunstenaarsduo “Bewegung Nurr” (Alekos Hofstetter en Christian Steuer) werken op het ogenblik aan een monument ter nagedachtenis aan de bokser. Het project met de naam "721/1943" zal dit jaar gestalte krijgen in de vorm van een, half in de grond verzonken witte boksring op de Viktoriaplatz in Kreuzberg, Berlijn, op een steenworp afstand van de plaats waar “Rukelie” in 1933 de Duitse titel in het middengewicht veroverde.

Bronnen en foto's:

- l'Unità

- www.johann-trollmann.de

- Bewegung Nurr

- nl.wikipedia.org

- it.wikipedia.org

- S.C. Lurich - Berlin

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten