dinsdag 22 februari 2011

Kleur (25 november 2010)

Het laatste streepje op de benzinemeter knippert, maar het is niet ver tot aan de distributore in het dorp. Geen self-service, althans niet overdag. Behalve benzine verkoopt hij ook fietsen, en een aangename babbel. Over het weer; sommige dingen zijn op een aangename manier globaal.

Een zwaar, miezerige tranen huilend wolkendek heeft zich opengetrokken. Penseelstreken azuur verdringen het grijs steeds verder naar de horizon. De novemberzon brengt wat kleur. Desondanks blijft een ritje langs wat bedrijven in de buurt heel deprimerend. Pessimisme over de toekomst valt af te lezen van de kale traptreden die naar de receptie leiden van een producent van verpakkingsmateriaal. ,,Maar we zijn in cassa integrazione'', zegt de jongeman aan de balie klagerig. Cassa integrazione, arbeidstijdverkorting, het woord van de dag in het Italië van vandaag. Bij een transportbedrijf kost het me zelfs moeite om ze mijn curriculum vitae in ontvangst te laten nemen. Als ze zien dat ik ook Duits spreek gaan ze toch overstag. Een sprankje hoop. Bij twee andere bedrijven is de sfeer niet veel beter: buiten rode vlaggen van de vakbonden op de omheining, binnen een stilte als in een grafkamer. Maar bij beiden een knappe secretaresse, heel aardig bovendien, die alle problemen met een glimlach naar de achtergrond lijken te kunnen schuiven.

Op de terugweg even wat boodschappen doen bij de Coop. "La Coop sei tu", is het motto van deze supermarktketen. De Coop ben jij. O ja? En waarom heb ik dan drie merken zout, drie merken peper, drie merken basilicum in mijn kruidenrek staan terwijl de wat minder alledaagse kruiden nergens te vinden zijn? Frisdrank, eten voor de honden, melk, margarine, rijst, pasta. Geen groenten, want die smaken bij de supermarkt over het algemeen naar weinig. Daarvoor ben ik gisteren al naar de maandagmorgenmarkt geweest in het dorp.

De honden zijn blij als ik thuis kom. Zij vinden het best fijn me de hele dag over de vloer te hebben. De bloemen op de salontafel pareren het gekwispel van staarten.



Zoals elke dag heb ik de tijd om de krant van a tot z uit te pluizen. Ierland wankelt, en de euro is een dubbeltje op zijn kant. De regeringscrisis in Italië, Berlusconi. Het grootste deel van Italië is Berlusconi beu, maar de zakenman weet zich ondanks alles nog steeds gesteund door 30 procent van de Italianen. De overige 70 procent wil niets meer over Berlusconi lezen, journalisten willen niets meer over Berlusconi schrijven, maar schijnen een chronisch probleem te hebben om andere onderwerpen op de voorpagina's te plaatsen. De Bologna-bijlage wordt gevuld met de financiële problemen van de plaatselijke voetbalclub en de plaatselijke politieke problemen van de Partito Democratico. Ook in Bologna wil iedereen het binnen de grootste oppositie-partij het voor het zeggen hebben, waardoor het maar steeds niet duidelijk kan worden wat de werkelijke richting van de PD is.

Tijd om aan het avondeten te gaan denken. Vandaag wordt het een bella peperonata mediterranea. Bella, want met de vier paprika's die je er voor nodig hebt ben je ervan verzekerd dat je iets kleurigs op tafel zet. Het oog wil tenslotte ook wat.
Vier paprika's dus, wat volgens het kookboek genoeg zou moeten zijn voor vier personen maar waar ik mijn vraagtekens bijzet. Ze hadden geen groene op de markt, dus heb ik maar twee gele en twee rode gekocht. De stengel eraf, het "klokhuis" en de pitjes eruit (wat een priegelwerk!) en de rest vormt, in vrij grote stukken gesneden, de basis voor dit gerecht.
Geen idee waarom, maar als ik tomaten koop kom ik meestal thuis met van die kleintjes. Kersentomaatjes. Natuurlijk zijn ook andere tomaten goed voor de peperonata, maar ik doe het dus met kersentomaatjes. Een halve kilo, die ik, ook al zijn ze klein, nog eens op halve stukjes snijdt.
Sinds ik een paar maanden geleden mijn pink eens flink heb opengehaald bij het op schijfjes schaven van een courchette heb ik de groentesnijder naar de verste vergeethoek van een van de keukenlaadjes verbannen. Met een mesje duurt het wel wat langer, maar ik voel me een stuk veiliger. Desondanks zijn de tranen die ik uit bij het op schijven snijden van een ui geen tranen van emotie, maar gewone tranen die vrij schijnen te moeten komen bij het snijden van een ui. Oronzo, onze kleinste hond, die tot nu toe naast me heeft zitten wachten of er misschien iets eetbaars van het aanrecht valt houdt het bij het ruiken van de ui voor gezien en vertrekt naar zijn mand.
Ik ben bijna klaar met de voorbereidingen. Nog een teentje knoflook snipperen en de braadpan kan op het vuur. Vijf eetlepels olijfolie (extra vergina natuurlijk), waarin ik vijf ansjovisjes "smelt", om een originele culinaire term van mijn vriend Paul te gebruiken. Zoals altijd spetteren ze als een gek. De miniscule druppeltjes hete olie op mijn hand doen me elke keer weer denken aan die keer dat ik, toen ik nog klein was, onderuit ging met mijn fiets en een flinke bos brandnetels mijn val wist te breken. Vlug het vuur wat lager en de ui en de knoflook erbij. De keuken vult zich met de heerlijke geur van gebakken ui. Gek dat zoiets simpels me het water in de mond doet lopen.
Als de ui begint de kleuren gooi ik de tomaatjes en de paprika erbij en het grootste deel van het werk zit erop. Ik draai het vuur op z'n laagste stand, voeg zout toe en roer de groenten door elkaar. Dan gaat het deksel op de pan om alles in een half uurtje gaar te laten koken.

Ook al sta ik graag in de keuken, ik ben nog steeds geen zelfverzekerde kok. Ik blijf altijd in de buurt van het fornuis "voor het geval dat" en in de tussentijd lees ik een boek. Op het ogenblik ben ik bezig aan de laatste van Michel Houellebecq, "De kaart en het landschap" waarvoor hij dit jaar bekroond is met de Prix Goncourt. Aan het eind van elke bladzijde ontbreek ik hem even om in de pan te roeren. Dat lijkt veel, maar ik lees in het Italiaans en mijn leesritme is ook na dertien jaar nog niet wat het in het Nederlands is. Alles pruttelt tevreden, de paprika's, de tomaatjes, de uien en ikzelf.
Ook Houellebecq pruttelt, maar iets minder tevreden. Hij heeft zichzelf naast de hoofdpersoon Jed Martin een rol gegeven in "De kaart en het landschap" en zet zich als een einzelganger neer, pessimist en gemakkelijk vatbaar voor depressies van ongekende diepte.
Na 25 minuten haal ik het deksel van de pan om te proeven en eventueel nog wat zout toe te voegen. Maar dat laatste is niet nodig. Perfekt, ook al zeg ik het zelf. Ik laat het deksel van de pan om het overtollige vocht gedurende de laatste vijf minuten te laten verdampen en als de kookwekker afloopt draai ik het gas uit. Het is nog even wachten totdat Lief thuiskomt, maar dat is niet erg. De peperonata moet niet heet zijn als je het serveert. Waarmee? Rijst of cous-cous? Daar ben ik nog niet helemaal uit.



Het is inmiddels half vijf. Tijd voor een rondje met de honden, voordat het donker wordt.
De lucht kleurt rood aan de einder. Vogels kwetteren in een boom alsof het een lente-avond is. De eerste sterren plinken echter al in een snel donker wordende hemel. Het is november, bijna winter en voor vrijdag verwacht men de eerste sneeuw. Althans, zo heeft de pompbediende me vanmorgen vertelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten