zondag 6 februari 2011

Een kaartje uit... Amsterdam (8 mei 2009)

Terug naar Westdorpe (1).
 



Terug naar Westdorpe. Een weekje lage landen.

Amsterdam stond aanvankelijk slechts als passage op ons programma, onderweg van Schiphol naar Westdorpe. Maar een vriendin vertelde dat we de tentoonstelling "Van Gogh en de kleuren van de nacht" niet over mochten slaan.
Het is zaterdagavond, rond de klok van zeven. In Italië viert men de bevrijding, en wij staan weer op het Stationsplein. Zoals precies een jaar geleden. Achter ons het centraal station, als een kloppend hart. Moegeshopte gezinnen, de handen vol tassen, verdwijnen door de openstaande deuren naar binnen. Toeristen en zaterdagavondstappers komen naar buiten, de voorpret en verwachting als een rode blos op de wangen. Voor ons de halte van de tram, en iets verderop aan het Damrak de put, die wat grootte en diepte weinig lijkt te hebben ingeboed ten opzichte van vorig jaar.
Welke lijn was het ook alweer, de 1 of de 11? Het blijkt uiteindelijk lijn 2 te zijn.

Het Leidseplein gonst. Een groep van vijf breakdancers (heten die nog zo?) maakt het publiek enthousiast. Achter de toeschouwers trappen wat jochies anoniem een balletje. Een ouwere passant houdt de bal even hoog als die zijn kant oprolt. De romantiek van het straatvoetbal, ook dat hoort bij Amsterdam.
We drinken een pilsje op een terras voordat we binnengaan bij Stoop & Stoop. Het is er goed, gezellig en dus altijd vol, maar na vijf minuten is er een tafeltje vrij. Naast ons twee ouders met hun zoon van een jaar of vijftien. De jongen doet me aan mijn zoon denken. Een beetje onwennig in het grote lichaam dat het nog gedeeltelijke kinderhart verbergt. Verlegen lijkt het, maar ik geloof niet dat dat het is. Als ze betaald hebben wordt hun plaats ingenomen door twee vriendinnen, die elkaar lang niet gezien hebben. Ze hebben veel te bespreken, oude liefdes, nieuwe liefdes, collega's, het werk. Ze hoeven niet te fluisteren met twee Italianen aan het tafeltjes naast zich.
Als we met een voldaan spinnende maag terug naar ons hotelletje lopen is het donker, maar de stad bruist en de terrasjes zitten vol. De breakdancers zijn vertrokken, en de voetballertjes zitten waarschijnlijk thuis te 'gamen'. Hun plaats is ingenomen door een cellist die nog moet beginnen, of misschien al klaar is met zijn optreden. Zijn instrument wacht gelaten op de dingen die komen gaan, de stok of de kist.


Al een paar keer is het ons gelukt een hotelletje bij het Vondelpark te vinden. Dat heeft iets speciaals, op de vroege ochtend door het park naar het centrum wandelen. De vogels begroeten fluitend het begin van de dag, trimmers demonstreren onverbloemd de vele stijlen van het zich in looppas voortbewegen, ieder apart uitnodigend tot wat fantasieën over hoe hij of zij buiten het trainingspak door het leven gaat. Ik neurie Acda en De Munnik.
Voor het Van Gogh Museum staat om iets over negen al een lange rij. Het miezert en we hebben weinig zin ons aan te sluiten. Er zijn vast en zeker andere musea met een kortere wachttijd.




We kiezen voor het FOAM. De vaste collectie heeft het veld moeten ruimen voor de tentoonstelling "Richard Avedon: Photographs 1946 - 2004", maar dat blijkt helemaal niet erg te zijn. Het is een schitterende collectie, waarin te zien is hoe het werk van de eigenzinnige Avedon zich in de jaren heeft ontwikkeld. Van vernieuwend modefotograaf tot zijn ontwapende portretten, waarin hij de ziel van zijn onderwerpen bloot weet te leggen.
Zien eten doet eten, zeggen ze wel eens. Dat is een beetje hetzelfde met fotograferen. Als ik na een weekje Lage Landen thuiskom blijk ik 541 fotootjes gemaakt te hebben. Ik ben min of meer een op-goed-geluk-fotograaf en ik weet, als hiervan één procent redelijk van kwaliteit is, dan is het meegenomen.

Verderop aan de Herengracht, op nummer 497, huist het KattenKabinet. Naast de kassa zit een kat, die zich gewillig laat aanhalen. Op de trap naar de eerste verdieping worden we voorbijgestoken door een tweede kat, op een bankje ligt een derde een uiltje te knappen en een vierde zit lodderig in de vensterbank naar buiten te kijken. Tot zover de levende hoofdrolspelers in dit bijzondere museum. De collectie is heel bijzonder met Picasso en Henri de Toulouse-Lautrec als meest in het oog springende namen. De kat in de kunst, in de reclame, in de literatuur. Een hele brede horizon.

De regen wijkt heel geleidelijk voor hier en daar een opklaring met zelfs af en toe een stukje blauw en een zonnestraal. Lanterfanteren in Amsterdam. De lekker dikke zaterdag-Volkskrant, sleutelhangers met klompjes voor vrienden en collega's, kaartjes, poffertjes aan de Stadhouderskade, een bundel van Martin Bril, foto's, klik, klik, klik.
























En dan Van Gogh. Kleuren van de invallende avond, kleuren van de nacht. De aardappeleters, de zaaiers,
de sterrennacht. Magie. Het eerste doek en het laatste lijken bijna niet door dezelfde persoon geschilderd. Ertussen ligt een geschiedenis, een ontwikkeling, die in de tentoonstelling prachtig in beeld wordt gebracht. Enkele fragmenten van Vincents brieven aan broer Theo geven weer hoe de schilder worstelde naar een, voor hem dikwijls minst onbevredigende eindresultaat. Ik zou hier vele uren rond kunnen lopen, maar er resten er slechts anderhalf tot aan sluitings- en etenstijd.

Van Gogh heeft weinig grote doeken geschilderd. Zijn meeste werken zouden wat oneerbiedig 'schilderijtjes' genoemd kunnen worden. Ook mijn pas aangeschafte aanwinst van Martin Bril zit vol schilderijtjes, maar dan anders. Op een terrasje blader ik "Het verdwenen kruispunt" door. Bril schrijft dorpstafereeltjes, polderlandschappen, Nederland, op een bijna tastbare manier. In Nuenen, waar Van Gogh gewoond heeft, neemt hij plaats bij het raam van Café De Zwaan.

,,In het park, tussen de lindebomen, staat een beeld van de getormenteerde schilder. Het lijkt niet, maar waarom zou het?
...
Sky Radio brengt intussen de nieuwste Madonna, twee mannen die op De aardappeleters niet zouden misstaan komen De Zwaan binnen en bestellen luidkeels 'een bokske'."


Voor ons geen 'bokske', maar een gewoon pilsje bij café Dante. De Italiaanse Lonely Planet heeft het over een galerie op de eerste verdieping met werk van Herman Brood. Ongelovig loop ik de trap op, en ja hoor, daar hangen ze. Felle kleuren, primitieve figuren alsof ze rechtstreeks uit een hallucinerende droom gestapt zijn. Was dit zijn wereld? Voor we verder gaan drinken we er nog eentje, op Herman.

Amsterdam lijkt op te houden als je de deur van het Indonesische restaurant Cilubang achter je dichttrekt. Ik ken niet veel restaurants in Amsterdam, maar van degene die ik ken is dit mijn favoriet. Het lijkt of je op bezoek bent bij een verre oom en tante, gastvrij en dichtbij. Een hand op je schouder, het omroeren van de gerechten op tafel om uit te leggen wat het precies is. Elke maaltijd lijkt speciaal voor jou bereid, met liefde, en dat proef je.
Muziek klinkt zacht op de achtergrond, maar is niet altijd afgestemd op de periode van het jaar. Nog vier dagen tot koninginnedag en halverwege de avond komt Bing Crosby op kousevoeten voorbij met 'White Christmas'. Ook dit hoort bij Cilubang.

Geen koffie na deze keer. Ook geen afzakkertje onderweg naar ons hotelletje. Morgen gaan we naar Utrecht en we willen vroeg vertrekken. Nu maar hopen dat het niet sneeuwt.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten