donderdag 27 januari 2011

7 minuten (6 juni 2008)

Ik heb het niet zo op busreisjes. Met mijn 1 meter 88 heb ik altijd een teveel aan centimeters ten opzichte van het aantal dat een enigszins geriefelijke zithouding garandeert. Ik beperk dit soort van uitstapjes dan ook zoveel mogelijk tot het streekvervoer. De doorgaans korte tijdspanne die met deze puur noodzakelijke bezigheid overbrugd wordt is echter vaak al lang genoeg om me de term "streek" in "streekvervoer" een ietwat dubieus klank in de oren te geven. Mogen we ons werkelijk beperken tot de betekenis van "gebied"? Of moeten we ons achter het oor krabbelend afvragen wat voor streek ze ons nu weer leveren als tegenprestatie voor het duurbetaalde buskaartje? Bus te laat, bus te vroeg (wat erger is dan eerste), raampjes gaan niet open of gaan niet dicht, luidruchtige medepassagiers, een gebezigde rijstijl die het drie uur daarvoor genuttigde toetje een gratis retourtje richting keelgat aanbiedt. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
En toch zweer ik bij het openbaar vervoer. Maar het moge duidelijk zijn dat daaraan andere redenen ten grondslag liggen.

Als de atmosferische toestanden het toelaten pak ik de fiets om de 18 kilometer naar en van het werk te overbruggen. Als dat niet het geval is, of in geval van niet onmiddellijk overbrugbare technische mankementen aan mijn rijwiel neem ik de bus. Eerst lijn 7 tot in Trento en daarna lijn 302 naar Aldeno. 's Avonds neem ik om wellicht begrijpbare redenen eerst de 302, die om 17:51 zou moeten vertrekken vanaf de Viale Europa. Ik zeg opzettelijk "zou moeten vertrekken", want dat gebeurt nooit. In de praktijk komt erop neer dat we om 17:58 vertrekken. Precies. Elke avond. Dus elke avond vertrekt de bus precies 7 minuten te laat, en sta ik dus minstens 7 minuten te wachten. Want je kunt geen risico's nemen en zelf te laat komen. Toch?
Met dat "toch" vul ik noodgedwongen de 7 minuten wachttijd. 7 minuten, er voor het gemak even vanuit gaande dat ik precies op tijd bij de bushalte arriveer. Gek dat 7 minuten zo verschillend van lengte kunnen zijn. Soms vliegen ze voorbij. Vooral als er andere reizigers staan waarmee je een praatje kunt maken. Dikwijls gaat dat over het weer, want daarin is de Italiaan niet anders dan de Nederlander of elke andere wereldburger. Het weer heeft een echt sociale betekenis van 360 graden. Een opstapje naar een uitgebreide discussie of slechts naar een beleefde uitwisseling van enige klanken. Je kan er letterlijk alle kanten mee op. De 7 minuten zijn inmiddels dermate legendarisch dat ook zij dikwijls onderwerp van gesprek zijn. Ze hebben bijna dezelfde functie als het weer aangezien het een vast gegeven is. Het weer is er, hoort bij het leven. De 7 minuten zijn er, horen bij ons leven. Weddenschappen worden er al lang niet meer op afgesloten.
Andere keren duren de 7 minuten een eeuwigheid. Als het weer slecht is, of als er geen andere medereizigers zijn waarmee je een praatje kunt maken. Dan worden de 7 minuten een uitgebreid moment van overpeinzing. Over 7 minuten bijvoorbeeld. Als een bus altijd precies 7 minuten te laat is, kun je dan nog zeggen dat hij niet stipt is? Of kun je überhaupt nog zeggen dat hij te laat is? Zulke dingen...
Vandaag worden de grenzen van mijn gedachtenveld verlengd door de bijdragen van een aantal mede VK-bloggers die ik gelezen heb. Mijn pad kronkelt tussen akkers van vers geploegde indrukken, bijna tot aan de horizon. Ik sta nu stil bij "The Artist Way and I", met zorg ingezaaid door Maria-Dolores. Het intrigeert me. Het zomaar schrijven wat in je opkomt heeft een groep aanhangers, volgens wie het de beste methode is. Het brengt je dus werkelijk ergens. Een interessante invalshoek denk ik en denk mijn pen op het papier, mijn vingers boven het toetsenbord. Ik denk de letters die verschijnen, de woorden. Zonder indicatie. Zonder richting. Zonder tijd. Ik denk 7 minuten in mijn gedachten geschreven. Ik denk een akker, een horizon. Ik denk de vage contouren van een bus. Ik denk zonder richting en schrijf in gedachten zonder tijd wat zomaar in me opkomt. De benedenwindse eilanden. Vangen hoge bomen daar ook veel wind? Komt in me op. En de contouren van een bus die scherper worden. Scherp als een mes, komt in me op. Snijden, bezuinigen, minder blauw op straat. De bus rijdt voorbij, zonder gas te minderen. Blauw. Het zien duurt een seconde, de gedachte blijft voor altijd. Een scene. Tijdloos. Een wilde stroom in wiens beukende spetterende versnellingen zalmen opspringen. Hoog. Omhoog. Stroomopwaarts. Met een doel. Daar waar het water rustiger is worden eitjes afgezet. Kroost. Toekomst. Ideeën.

Een beekje kabbelt rustig, vindt zijn weg tussen vers geploegde akkers. Vlak onder de oppervlakte zwemmen kleine visjes. In de waterspiegel de reflectie van een klok waarvan de wijzers net naar één minuut voor zes springen. De regels op het papier in mijn gedachten vervagen, zoals de contouren van een autobus in de verte. Blauw. De 302 op weg naar Trento.
En ik sta nog steeds bij de bushalte in Viale Europa. De seizoenen vervagen. Bladeren dwarrelen neer. Ik ga nog steeds op blind, op wat zomaar in me opkomt, maar nu slechts druppelsgewijs. Geen idee of het me werkelijk ergens brengt. Ik heb de bus gemist. Stop mijn handen misnoegd in mijn zakken. In de rechter rinkelen de huissleutels zonder doel. In de linker knispert een vel papier. Ik haal het uit mijn zak en vouw het open.
,,Ik heb niet zo op busreisjes'', lees ik. Het is een regel die ik vanmiddag heb opgeschreven. Misschien iets voor een blog. Ik denk erover na. Heb nu een zee van tijd. En aan het eind is de kust, het zand, waarop mijn golven stranden. Ik verfrommel het vel papier tot een prop en gooi het in de prullebak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten