vrijdag 18 februari 2011

De bomen groeien niet meer tot in de hemel, maar wonderen bestaan nog (29 maart 2010)

Zaterdagmiddag, half vijf. Precies negen-en-een-half uur geleden liep in Trento de wekker af.

Een wandelingetje in een oer-Nederlands landschap, net buiten Ohé en Laak. Electriciteitsmasten waarvan de kabels kilometers ver in een kaarsrechte lijn naar de horizon lopen. Een kerkje aan de horizon. Een kerkje dichtbij. Knotwilgen. Een molen. Een typisch Nederlandse hemel met de karakteristieke aan de onderkant afgevlakte wolken.


Twee kilometer en we zijn in het pittoreske dorpje Stevensweert. Een plein met twee kerken en een zegenende Jezus. “Kom tot mij”. Hij staat voor de grootste kerk. Daarachter de begraafplaats. Uitzicht op het water, het land, tot aan de horizon waar water en land in een dunne streep overgaan in lucht.
Nog een plein, de markt. Een restaurant, 't Oad Kloaster. Nog een restaurant, Stadt Stevenswaert. En een café. Op het raam een met de hand geschreven briefje. 'Geen koffie'. Gelukkig komen we daar niet voor.
De kroeg is ouderwets. Als we de deur openen moeten we ons een doorgang snijden door de blauwe rooklucht waarmee het lokaal tot in alle hoeken gevuld is. Aan de bar een stuk of acht lokale klanten. Hun stemmen verstommen een ogenblik als we binnenkomen, maar het gesprek herneemt zich snel. Geen idee waar ze het over hebben. Hun dialekt laat weinig openingen voor een interpretatie in welke richting dan ook, maar desondanks klinkt het lekker, gezellig. We passen ons naadloos aan de plaatselijke gebruiken aan: bestellen dus een pilsje, steken er een sigaretje bij op en praten onverstaanbaar.
De decoraties aan de wanden bestaan voor het grootste gedeelte uit foto's die door de decennia heen, waarin Stevensweert hier haar pilske achterover sloeg, gemaakt moeten zijn. Ik meen de vrouw achter de bar een aantal keren te herkennen in een jongere uitvoering. Generaties hangen hier aan de muur. Kinderen, vaders, en wie weet ook grootvaders. We zijn overduidelijk in het katholieke Zuiden der Nederlanden: boven de deur naar het toilet hangt Jezus aan het kruis en vanaf een zwart-wit foto boven de bar houdt paus Ratzinger zijn Stevensweertse schaapkes in de gaten. Kinderen zien we hier niet.

Zes uur. We moeten gaan. Ik vraag hoeveel ik betalen moet, en ik meen iets van twee euro te verstaan. Voor de zekerheid betaal ik met een briefje van tien. Ik krijg acht euro terug. Van verwondering vind ik buiten op het dorpsplein mijn stem pas terug.


Precies 24 uur later zijn we terug in Trento.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten