zondag 6 februari 2011

Statiegeld (16 februari 2009)

Cinema Astra, Trento. We kiezen niet voor een van de gigantische, voor diverse Oscars genomineerde produkties, zoals "Doubt", "Frost/Nixon" of "Milk". Die laatste heb ik vorige week al gezien (wat een acteur, die Sean Penn), en dat maakt de keuze voor de kleine Tsjechische produktie "Empties" nog gemakkelijker.

Na een kort reclameblok verschijnt het prachtige intro van Fandango Films op het doek. Breed golvende penseelstrelen van kleuren die gevormd worden op de passen van een dansend paar. Ik geniet er elke keer weer van. De lichten in de zaal gaan langzaam uit en de film begint.




We ontmoeten de onderwijzer Josef, 60 jaar oud, die het op een gegeven moment echt gehad heeft op zijn werk en van het ene moment op het andere de pijp aan Maarten geeft. Gedreven door de nieuwe huiselijke omstandigheden waaraan het, zowel voor Josef als voor zijn vrouw, moeilijk wennen is gaat hij op zoek naar een nieuwe baan, een baan waar hij het wel naar zijn zin heeft. Na een mislukte carrière als fiets-koerier, komt hij in een supermarkt terecht. Bij de lege flessen.


Net als in Nederland werden ook in Italië vanaf de jaren vijftig de lege flessen ingeleverd, in ruil voor de hand vol lires die je er vooraf voor had betaald. Het glas kon namelijk herbruikt worden, om nieuwe flessen van te maken, of wekpotten, wijnglazen, of wat dan ook. Zolang het maar van glas was. Vanaf het begin van de jaren '80 kwamen de PET-flessen op de markt, en het duurde niet lang of de glazen fles verdween grotendeels uit de rekken van de supermarkt en van de kruidenier op de hoek. Ook de kruidenier op de hoek verdween. Maar het statiegeld bleef, ook al was en is het, vanuit het kostenoogpunt gezien, al lang niet meer interessant om de plastic flessen terug in te nemen. Men hield de lege-flessen-automaat en het statiegeld-systeem echter in eer uit milieu-overwegingen. En Nederland werd om die reden geen immense afvalbak waar je overal plastic flessen tegen kon tegenkomen. Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen gaan nog iets verder in hun strijd tegen het zwerfafval en hebben ook een statiegeld-systeem voor blikjes.
Het zuiden van Europa steekt wat leeg goed betreft bedroevend scherp af tegen het noorden. Met het verdwijnen van de glazen fles is ook het statiegeld zo goed als volledig verwenen. In de tien jaar dat ik in Italië mijn boodschappen doe heb ik nog nooit in een supermarkt een lege-flessen-automaat mogen bewonderen. Voor het inleveren van de spaarzame lege flessen waar wel statiegeld op zit sta je dikwijls lang te wachten bij de klapdeuren van het magazijn tot er iemand voorbij komt die een briefje schrijft dat je aan de kassa inlevert. Als je geluk hebt zit daar de kalografie-deskundige van het bedrijf (volgens mij bestaan daar speciale cursussen voor) die het handschrift weet te ontcijferen. Zo niet, dan moet je wachten tot deze persoon gevonden is. Niet alleen jij moet wachten, maar ook de mensen in de rij achter je. Je maakt niet veel vrienden op zulke momenten.
Om te weten te komen waar de rest van het leeg goed blijft is het voldoende in de auto te stappen en enige kilometers over 's lands wegen te rijden. De bermen liggen bezaaid met allerlei formaten flessen. Ook tijdens een wandeling langs een meer of in de bergen kom je geheid wel ergens de resten van een dorstlessende pauze tegen. De waarheid gebiedt me te zeggen dat Italië niet alleen staat in deze trieste invulling van het landschap. Ik was de afgelopen twee jaar in de aangename situatie enige Griekse eilanden te hebben leren kennen en ook daar "groeit" het plastic op de meest bijzondere en onverwachte plaatsen.


 
Italië is echter bezig haar achterstand op het noorden van Europa te verkleinen. Statiegeld is dan wel uit den boze, maar in vele gemeentes is men druk bezig met het invoeren van "gescheiden afval". In Gardolo, waar ik woon, onder de rook van Trento, wordt het huisvuil al enige jaren op deze manier op deze opgehaald en na een inloop-periode van wennen en verbeteren functioneert het systeem wonderbaarlijk goed. Twee dagen op de week wordt het organisch afval opgehaald, 's maandags komt men langs voor papier en karton, en glas en overig verpakkingmateriaal (plastic, blik, enzovoorts) verdwijnen op dinsdag in twee aparte vuilniswagens. Wat overblijft kun je vrijdags voor de deur zetten. Het is niet zo dat het daarna allemaal op dezelfde hoop terecht komt. Met de campagne zijn de bewoners namelijk ook op de hoogte gesteld waar elke afvalsoort verwerkt wordt en tevens voor welke doeleinden het daarna herbruikt gaat worden. Het is een uitstekende manier om de mensen bewust te maken van het nut van het gescheiden inzamelen, en het helpt velen over de drempel. Het gevolg is dat maar liefst 67 procent van het afval uit Gardolo gerecycled wordt. In het nabijgelegen Meano is dat zelfs 73 procent. Voor het eind van het jaar 2009 zal de gehele gemeente Trento van dit systeem gebruik maken.

Die bewustwording houdt helaas nog vaak op bij de eigen vuilnisbak. Als ik een rondje met de honden maak verbaas ik me er steeds weer over wat een rotzooi er hier op straat ligt. "Un cesso", zoals ze het hier noemen, een plee. Jammer dat Italië vaak een land van dit soort tegenstellingen is. Zo wil men bijvoorbeeld voor 2010 in ieder geval één richtlijn van Kyoto volgen en een eind maken aan het verspreiden van de plastic tasjes bij de supermarkten (jaarlijks worden er alleen al in Italië 300.000 ton van die dingen geproduceerd). En tegelijkertijd neemt de regering de beslissing om een wet terug te draaien die bij de constructie van nieuwe huizen verplichtte tot het gebruik van een bepaald percentage aan mileuvriendelijke materialen.
De stappen vooruit blijven derhalve klein, maar ook een kleine vooruitgang blijft ten allen tijde een vooruitgang.



In de film voelt Josef zich als een vis in het water achter het loket waardoor een bonte variatie van types haar lege flessen inlevert. Terwijl de wateren thuis steeds woeliger en troebeler worden, groeit de ex-leraar in de supermarkt uit tot een vertrouwenspersoon, sociaal werker, detective, en koppelaar. Zelfs zijn eigen dochter, die door haar man verlaten is, plukt er de vruchten van.
"Empties" werd in 2007 gepresenteerd als een comedie. En ook al krijg je geen pijn in je buik van het lachen, de film van Jan Svěrák laat zeker een goed gevoel achter als je de zaal verlaat. De huiselijke tafereeltjes zijn groots en herkenbaar. ,,Hoe kun je naar dergelijke rotzooi op televisie kijken'', vraagt Josef op een dag aan zijn vrouw, terwijl ze staat te strijken. ,,Dat had ik nooit achter iemand met jouw intelligentie gezocht.'' Waarop zijn vrouw antwoordt: ,,Heb jij al eens geprobeerd te strijken?''
Voor de rest geen grote stunts (integendeel, een eenvoudige valpartij was zo knullig dat ik me niet aan de indruk kon onttrekken dat er weinig aan het stuntwerk was uitgegeven), geen ver gezochte plots, geen bombastische muziekpartijen. Gewoon eenvoudig. Een verhaal over relaties en de kronkels daarin, een verhaal over mensen, het persoonlijke contact. Bijna het tegendeel van internet.

De regisseur van de film is Jan Svěrák, de hoofdrolspeler zijn vader, Zdeněk Svěrák. De bijna 73-jarige acteur, komiek en scriptschrijver heeft inmiddels 31 films op zijn naam staan, en heeft zijn sporen ruimschoots verdiend. Zijn voorlaatste film "Kolya" was in 1996 goed voor een Oscar, als beste buitenlandstalige film. Daarvoor was ook "The elementary school" al eens kandidaat geweest. De scripts waren in beide gevallen geschreven door vader Zdeněk die ook de hoofdrol voor zijn rekening nam en de regie was in handen van zoon Jan. Een familie-aangelegenheid dus. 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten