woensdag 2 februari 2011

Ik wil gewoon een boekenwinkel binnenstappen en een boek uitkiezen... (16 oktober 2008)


Al een tijdje prijkt Roberto Saviano op mijn pagina, een held.
En niet alleen die van mij. Een groot deel van Italië sympathiseert met de 29-jarige journalist-schrijver, die sinds 2 jaar genoodzaakt is door het leven te gaan met een escorte van inmiddels 7 caribinieri. Op zijn hoofd staat namelijk een prijs.

Alles begint op vier jaar geleden, op 4 oktober 2004. Roberto Saviano is al een tijdje journalist, schrijft voor enkele Italiaanse en buitenlandse kranten en tijdschriften. Voor zijn werk verdwijnt hij soms dagenlang uit de roulatie, dringt door tot in de meest duistere hoeken en gaten van Napels en de omliggende Campania. Daar waar de camorra regeert. Hij neemt waar, wordt geconfronteerd met het "systeem", zoals de militair georganiseerde misdaadbeweging inmiddels wordt genoemd. Een systeem dat niets biedt, maar slechts neemt. Een systeem dat een kankergezwel is, dat zich tot in elke hoek van Italië uitzaait, en over de grenzen. De mensen zien de camorra nog vaak als de "romantische" maffiafamilies uit vervlogen tijden, strijdend om de macht in een beperkt gebied. Bloedbroeders, een afgesneden paardehoofd in een bed als waarschuwing, een enkele gewapende afrekening, al dan niet eindigend in een bad van vers gestort cement.
Niets is echter minder waar. De camorra kent geen onderscheid, wie in de weg staat wordt opgeruimd.
De clans kennen geen limieten: drugs, vervalste merken, winkels, wapens, afval, mensen, geld, cement...
Het systeem kent geen grenzen, Napels, Milaan, Spanje, New York, Venezuela, Mexico, Duitsland, Schotland, Amsterdam...
Saviano neemt waar en schrijft zijn stukjes, tot dan toe vrij anoniem. Artikelen die door de bazen van de camorra gedoogd worden.

Op 4 oktober 2004 slaat Francesco Iacomino de huisdeur achter zich dicht en gaat werken. Francesco werkt in de bouw, zoals velen doen. En zwart, wat vaker voorkomt dan een officiële, geregistreerde baan in Napels en omgeving.
Een paar uur later ontvangt zijn vader een telefoontje van de politie: zijn zoon is dood. Hij is gevonden voor het gebouw in Ercolano (Napoli) waar Francesco sloopwerkzaamheden verrichtte. Gewoon midden op straat, op het kruispunt van de Via Quattro Orologi en Via Gabriele D'Annunzi, daar achtergelaten door zijn collega's die in geen velden of wegen te bekennen zijn. Gevlucht, zonder politie of ambulance te bellen. Gevlucht, een kreperende collega in het stof achterlatend, die sterft, 33 jaar oud, bijna anoniem.
Het is de druppel die de emmer voor journalist Saviano doet overlopen. Een immense woede maakt zich van hem meester. Hij heeft geen bewijzen die bruikbaar zijn in processen, maar hij weet wat hij weet. Hij kent de waarheid en die smijt hij op papier. Geen artikel, maar een boek. De waarheid, alles wat hij weet (alles wat iedereen weet!), woord voor woord, naam voor naam. Het uiteindelijke resultaat is "Gomorra", een indrukwekkend "ooggetuigenverslag" van 331 bladzijden, wat twee jaar later, in 2006, in de vorm van een roman in de winkels ligt.
Er wordt in het "systeem" minderwaardig op het boek gereageerd. De hoofdrolspelers sturen hem laconiek hun versie van de feiten en schaamteloos worden "vergeten" acties uit de doeken gedaan. "Gomorra" wordt zelfs vervalst op de markt gebracht. Wie is die Saviano nou? Een breekbaar riddertje dat het op een houten hobbelpaard, gewapend met een plastic speelgoedzwaard, tegen de draak op wil nemen. Een Don Quichotte van de 21e eeuw.
Maar de clans vergissen zich, want de dwerg wijkt niet voor de reus. Zijn boek wordt ook buiten Campania bekend en in twee jaar tijd gaan er in Italië 1,2 miljoen kopieën over de toonbank. Een ongekend aantal. Het nieuws sijpelt ook over de grenzen door en inmiddels is "Gomorra", vertaald in 15 talen, in de boekenwinkels in 32 landen te koop. De verfilming is gelauwerd in Cannes en is nu in de race voor een Oscar als beste buitenlandse film. De bazen vermaken zich al lang niet meer om hun Don Quichotte. Saviano heeft ze in de schijnwerpers gezet, en dat is nou net hetgene wat zij niet willen.

De schrijver-journalist betaalt een zware prijs: vanaf eind 2006 wordt hij 24 uur per dag begeleid door een politie-escorte. Hij leeft zo goed als ondergedoken, moet om veiligheidsredenen regelmatig verhuizen, zijn verschijningen in het openbaar (interviews, lezingen) worden pas op het laatste moment bekend gemaakt. Want de bedreigingen keren regelmatig terug, en zijn heel serieus.
Eerder deze week werd bekend dat de Casalesi - de invloedrijkste clan en de grootste vijand van Saviano - heel ver zijn in de voorbereidingen van een moordaanslag op Roberto Saviano. Voor de kerst zou hij omgebracht moeten worden, en het wordt als bijzaak gezien dat daarbij ook eventueel leden van zijn 7 man sterke politie-escorte om het leven zouden komen.

En de politiek roert zich, lijkt in dit geval zelfs eensgezind. Uitzonderlijk, want eengezindheid en verantwoordelijkheid zijn veel gebruikte, maar schaars in de praktijk gebrachte termen in dit land.  Niet alleen de camorra en de maffia ondermijnen Italië.

Roberto Saviano zelf komt na het nieuws met een verklaring die iedereen verrast. ,,Ik ga weg uit Italië'', laat hij weten. Het lijkt geen beslissing te zijn die voortkomt uit angst voor de dreigementen. Als geen ander zal hij weten dat, als erop aankomt, hij nergens veilig is. Niet in Italië, en niet in het buitenland. Uit zijn woorden blijkt dat het vooral een daad van zelfbescherming is. ,,Ik merk dat ik zelf in deze twee jaar veranderd ben. Ik ben geen aangenaam persoon meer, ik wantrouw alles en iedereen, ben steeds op m'n hoede.''
Twee jaar isolatie hebben van Saviano een eenzame persoon gemaakt. Verbitterd ook. Het stoort hem overduidelijk dat hij min of meer genoodzaakt is in een "kooi" te leven omdat hij de waarheid heeft geschreven. De misdadigers leven een stuk geriefelijker. Van zijn "vrienden" zijn er weinig overgebleven. Een deel daarvan omdat ze het de schrijver kwalijk nemen om wat hij heeft gedaan. Omdat hij zich verrijkt heeft met hun geschiedenis, met hun verhalen, zoals sommigen beweren. Omdat hij de aandacht van de wereld op de Campania gericht heeft.
Op het eerste zicht lijkt het erop dat ook Saviano's Napels en Campania hem laten vallen. Op muren in de provincie zijn ruw geschilderde spreuken verschenen: "Saviano merda". Ook in Casal di Principe, waar een gewapend commando van de clan tien dagen geleden, practisch onder de ogen van het gemobiliseerde leger, een afrekening vereffende met een "verrader". En niemand heeft iets gezien of gehoord. Voor de televisiecamera's tonen sommigen zich zelfs onwetend over de moord.
Men is bang. Er heerst angst. Een angst die bijna tastbaar is in de stilte en de ontkenning.

Het is wellicht die angst die zich nu tegen Saviano keert. Niet zijn vrees, maar die van de anderen die zich uit in vijandigheid in het ergste geval, of op zijn minst in desinteresse.
Roberto Saviano doet er goed aan die angst de rug toe te keren en een pauze in te lassen. ,,Ik wil mijn leven terug'', zoals hijzelf zegt. Geen vlucht dus, maar een terugkeer. Weg van de angst die alles verlamt. Terug naar de relatieve rust, de stabiliteit die voor hij nodig heeft om weer datgene te kunnen doen waar hij goed in is. ,,Ik wil me weer kunnen bewegen in de anonimiteit, onderzoeken, en schrijven, schrijven.''
En tijd voor zichzelf. ,,Gewoon, een leven. Een huis. Ik wil met vrienden in het openbaar een pilsje kunnen drinken zonder over mezelf te moeten praten, gewoon een boekenwinkel binnenstappen en een boek uitkiezen aan de hand van wat ik lees op de omslag, verliefd kunnen worden. In ben verdomme nog maar 29 jaar.''

De link naar Roberto Saviano's homepage vind je hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten